Stille tijd

Het is mijn favoriete moment van de dag: de hele vroege ochtend. Met mijn eerste kopje koffie en een dekentje op de bank kijken hoe de wereld wakker wordt. Genieten van de stilte, kaarslicht, van een beetje kletsen met God (maar stilletjes en niet teveel) en de dag die voor me ligt voorzichtig overdenken. Wat ga ik doen, wat staat er in de agenda, en hoe wil ik dat de dag verloopt. Ik denk  aan koffie, en nog meer koffie, en dank God voor die koffie.

Ik geniet van die stilte in mij en om me heen, voor zolang het duurt. Want na die stille tijd, komt het volgende fijne moment: de wekkers van de kinderen af horen gaan, gestommel op de overloop, de douche die net iets te lang aan staat, haastige voetstappen en een al dan niet blij ‘goedemorgen’ daarna. Met elke ochtend ook: “Mam, waar is….. (mijn gymtas/regenpak/broodtrommel)” en een snel ‘doei’ bij de achterdeur. Actie. Leven. Het is me net zo lief als de stilte daarvoor.

De ‘stille tijd’ die veel christenen op hun dag  inplannen, is waarschijnlijk wat gestructureerder en gedisciplineerder dan ik hierboven beschrijf. Stille tijd is ‘quality-time’ met God, het moment dat je de bijbel leest, dat je bidt, dat je probeert te begrijpen en dichter bij God te komen. Dat je actief tijd maakt voor God en de verdieping van je geloof. Tenminste, dat stel ik me zo voor. Het is actief, en lange tijd voelde ik me een soort van schuldig om het passieve begin van mijn dag. En toch is dat rustige begin mijn ‘stille tijd’.

Want wat heb ik meer nodig dan in de vroege, stille ochtend me te bedenken dat God ons weer een nieuwe dag gegeven heeft, waarin Hij zelf volop aanwezig is en waarin Hij ons de weg wijst? Me dát stilletjes realiseren voelt net zo belangrijk als me buigen over de woorden in de Bijbel. Dat komt later wel. Als de koffie zijn werk gedaan heeft.

Alles gaat voorbij

Ken je dat, dat de meest heldere gedachten en ideeën komen op een moment dat je er niet op bedacht bent? Dat je niet bezig was met het zoeken naar een oplossing of inzicht, maar dat het er ‘ineens’ is?

Bij mij is dat als ik wandel, als ik wol spin, als ik haak, als ik schrijf, als ik bíjna in slaap val… Momenten van ontspanning, van niet afgeleid zijn; niet gehinderd door dingen die móeten.

Ik borduurde gister een veld van bloemetjes en dacht: alles gaat voorbij. Dat lijkt een inkoppertje, het is logisch… Alles gaat voorbij. Maar ineens is dat kleine zinnetje een zinnetje van troost, bemoediging, en hoop.

Deze periode, de laatste week van het jaar, is voor mij altijd een moment van reflectie. Wat deed ik dit jaar, hoe voelde ik me, wat ben ik gestart en wat heb ik afgesloten. Ik lees mijn dagboek terug, glimlach om mijn eigen moeilijkdoenerij, om zorgen die ik eerder had maar die nu, maanden later, al geen zorgen meer zijn. Om de dingen waar ik wakker van lag en die zich vanzelf hebben opgelost, zonder er veel moeite voor te hoeven doen.

Dat is mooi om te zien. Steeds meer kan ik zien dat álles voorbij gaat, het moeilijke én het mooie, en dat dat precies goed is zoals het is. In het afgelopen jaar ben ik een beetje minder streng geworden voor mezelf. Heb ik fijne dingen gedaan, en mooie dingen gemaakt. Ben ik ziek en beperkt geweest, én weer opgekrabbeld.

Denken ‘alles gaat voorbij’ is geen zwaarmoedige gedachte en ook niet bedoeld als gemakzucht, als schouders ophalen of onverschilligheid. Nee, het is een gedachte vanuit vertrouwen: Het komt goed.

Kan je ze zien, de momenten van jouw afgelopen jaar? De momenten dat je op krabbelde, het stof van je kleren veegde en dóór ging?

Herken je de momenten van flow, van ontspanning, waarin prachtige dingen gebeurden? Waarin je ineens dacht: ik doe het eigenlijk best goed?

Ik hoop het, en ik wens het je toe. Ik wens je heel veel van die momenten in het komende jaar.

Momenten van klein en groot geluk; en van opkrabbelen als je even neer ging.