Thuis

Als ik door het bos loop, neem ik het liefst de ‘kruipdoor-sluipdoor’ paadjes. Daar waar je bijna geen mensen tegenkomt, maar alleen nog dieren. Daar waar het voelt als een ontdekkingstocht; gewoon een beetje zwerven, voor zover dat kan in onze Nederlandse bossen.

Soms heb ik behoefte aan duidelijkheid. Overzicht. Een recht en makkelijk begaanbaar pad. Zodat ik weet waar ik uit ga komen. Zonder me af te vragen waar ik ben, en of ik nog wel de goede kant op ga. Maar altijd sla ik dan toch weer een onbekend paadje in.

Het is saai om altijd voor het makkelijke, voorspelbare pad te kiezen. Ik ben bezig met een ontdekkingstocht, want dat is wat het leven is. Ik kies nog steeds omweggetjes en onbekende paden, en ik verdwaal regelmatig. Ik maak grote keuzes, maar vind ook steeds meer helderheid.

In dat ‘zwerven’ ontdek ik steeds meer dat wat ik ook doe, waar ik ook ga, het altijd maar naar één punt kan leiden: naar Thuis komen.

De weg naar God is best wel recht, en duidelijk. We maken hem zelf vaak wat te ingewikkeld. En die ruimte krijgen we ook: Binnen de armen van God is heel veel ruimte om te dwalen, om een eigen pad te kiezen. Maar uiteindelijk zijn er altijd weer die armen, die begrenzen, en omhelzen. En om in Thuis te komen.

Dat is geen klein geluk, dat is Groot Geluk.